Samen bouwen we de stad; maar hoe?

Op 21 februari, een maand voor de gemeenteraadsverkiezingen, kwamen ruim honderd belangstellenden naar de Bergsingelkerk. Zij kwamen af op het verkiezingsdebat: ‘Wat wens je Rotterdam toe?’ Alle deelnemende politieke partijen gaven aan te willen werken aan het verminderen van de polarisatie en de scheidslijnen in de stad. Maar over de wijze waarop je dat precies doet verschilden zij van mening. Toch maakte de aard van het gesprek iets duidelijk over de stappen die voor een verbindende politiek nodig zijn.

Wat is je voornaamste zorg voor Rotterdam en wat wens je Rotterdam toe?

In statements van vijf minuten lieten politici van Groen Links, CDA, PvdA, CU/SGP en VVD zich hierover uit. (Leefbaar Rotterdam toonde voor meedoen aan deze avond geen belangstelling).
Vorig jaar, tijdens twee debatten in de Bergsingelkerk en BMVier, hadden professionals en bewoners zich al over deze vraag uitgesproken. Als voornaamste zorgpunten waren armoede, maatschappelijke scheidslijnen en het gebrek aan ontmoeting tussen verschillende groepen naar voren gekomen.
De wens die achter deze zorgen is verscholen is: komen tot vermindering van de polarisatie en tegenstellingen. Ook de muzikale inbreng van het Rotterdamse koor Ondersteboven stond in het teken van dit thema.

Maar….hoe werk je aan vermindering van polarisatie en tegenstellingen?

Stap 1: Verdiep je in elkaars standpunten en achtergrondverhalen.

Het huidige politieke klimaat kenmerkt zich door het elkaar vliegen afvangen en scoren ten koste van de ander. De opzet van dit debat was om dat uitdrukkelijk niet te doen. Politiek gaat (in de woorden van René Segers van het CDA) over ‘de bezinning op maatschappelijke vragen waarop geen eenvoudige antwoorden mogelijk zijn’. Als voor de verschillende politieke afwegingen van dilemma’s en voor het gezamenlijk zoeken naar compromissen steeds minder waardering is, dan wordt het besturen van een stad veel moeilijker. Het feit dat alle deelnemers eerst hun eigen verhaal konden doen, werd door de politici zeer gewaardeerd. Dat gaf ruimte voor de gedachte dat iedereen iets zinnigs in te brengen heeft, waar onze stad mee verder kan. 

Stap 2: Ontmoetingen organiseren.

Er zijn economische en culturele scheidslijnen in de stad. Er is armoede en rijkdom. Er zijn witte en zwarte scholen. Hoe zorg je ervoor dat mensen elkaar ontmoeten en niet langs elkaar heen leven?
Een kerk kan zo’n ontmoetingsplek zijn, maar burgers in de stad kunnen ervoor kiezen een ontmoetingsplek te ontwikkelen. Uit het publiek kwam het voorbeeld van een succesvol initiatief van ouders in Kralingen, die bewust hebben ingezet op de vorming van een gemengde school. Deze school is een broedplaats van gemeenschapszin en boekt, zo blijkt, ook nog goede resultaten.
Voor Groen Links vertegenwoordiger Stephan Leewis gaat het ook om ‘anders te kijken naar de stad’.
Dat wil zeggen: Multiculturaliteit niet in eerste instantie zien als een bedreiging voor de stad, maar als een mogelijke verrijking van je eigen horizon.

Stap 3: Werken aan een cultuur van vertrouwen en gelijke kansen. Laat zien hoe het kan!

Hier kwamen verschillen tussen de klassieke partijen wat meer naar boven. Zo zette de vertegenwoordiger van de PvdA: Narsingh Balwantsingh stevig in op overheidsbeleid om armoede te bestrijden, waarop zijn liberale opponent Tim Versnel hem verweet dat het juist in tientallen jaren PvdA bewind niet geholpen heeft om Rotterdam boven het stigma ‘armste stad van Nederland’ te laten uitgroeien. Versnel stond samen met het CDA vooral voor een streng, rechtvaardig uitkeringsbeleid en een persoonsgerichte arbeidsmarkt voor ‘alle mensen van goede wil’.
CU/SGP vertegenwoordiger Tjalling Vonk benadrukte vooral de veerkracht van mensen in armoede situaties, waar dan ook. De overheid moet die veerkracht vooral niet in de weg zitten (door stapeling van boetes en schulden). Groen Links merkt op dat veel opgebouwde kennis en kundigheid in het wijk gestuurde opbouwwerk door de huidige organisatie van de aanbestedingsprocedures teniet gedaan wordt (de vergunningen gelden slecht voor drie jaar). Dat moet anders. Werken aan een cultuur van vertrouwen en gelijke kansen kost tijd. En daar past continuïteit van regelgeving en het investeren in lange termijnrelaties bij.

Vriendelijke speldenprikjes & de groene stad.

Ook in de tweede ronde bleef het debat vriendelijk, met hier en daar een speldenprikje. Zo stelde CU/SGP voorman Tjalling Vonk, met een knipoog naar de reclameslogan van het CDA: ‘We moeten het verschil niet maken, maar omarmen’.
Vooral bleef in de lucht hangen hoe we de resultaten van het huidige college (CDA, D66, Leefbaar) op het gebied van armoedebestrijding moeten beoordelen. Heeft de strenge, beperkende Rotterdamse aanpak op het gebied van uitkeringen (vergeleken met de ruimhartigere Amsterdamse stijl) gewerkt, of juist niet?
Er leek zich wel een meerderheid af te tekenen voor een lange termijn investeringsbeleid in mensen (maatwerk) en minder op strikte toepassing van de algemene regel.
Alle partijen toonden zich ambitieus op het terrein van duurzaamheid. Dit thema bleek op lokaal niveau niet gekaapt door partijpolitieke scheidslijnen. Gelukkig maar, want ook aan een schone, duurzame stad bouw je samen.

Als afsluiting werd iedereen bedankt en kreeg als bijpassende geste een Rotterdams bouwsteentje mee.

Jan Prij

Foto: Jan van Zessen